Boekrecensie van ‘Compassie’

Eind 2009 lanceerde de internationaal bekende religiehistorica Karen Armstrong (Een geschiedenis van God) het Handvest voor Compassie. Sindsdien hebben tal van religieuze leiders en organisaties zich daarachter geschaard. Het handvest roept op om terug te keren tot de kern van alle religieuze, ethische en spirituele tradities, de compassie, om ons in te zetten om het leed van medemensen te verlichten. In haar recent verschenen boek Compassie wordt deze oproep nader uitgewerkt.

Armstrong onderscheidt daarvoor twaalf stappen. Dat lijkt op het eerste gezicht in de richting van een methodische handleiding voor het bereiken van het gewenste niveau van compassie te gaan, maar mijn indruk is dat je de verschillende stappen betrekkelijk willekeurig tot je kunt nemen. Allemaal zijn ze gericht op een vergelijkbaar doel: het stimuleren om naar jezelf, je omgeving en de wijde wereld te kijken met een verruimde blik, met mededogen vanwege het besef van eigen tekortkomingen, met een gerichte zorg voor het welzijn van anderen. Hoofdstuktitels als ‘Empathie’ en ‘Mindfulness’, respectievelijk de vierde en vijfde stap, zeggen genoeg. Soms krijgt het boek het karakter van een gerichte handleiding om je handelen te veranderen; maar grote delen ervan zijn gewijd aan de inzichten uit de diverse religieuze tradities, waar Armstrong’s vakkennis goed van pas komt, en bieden meer zoiets als een algemene achtergrond om je verder te bekwamen in de praktijk van de compassie.

Ze benadrukt dat compassie niet verward moet worden met medelijden, waar vaak iets neerbuigends in doorklinkt. Compassie, mededogen, is veel meer het vermogen om je te verplaatsen in een ander, om het gezichtspunt van de ander in te nemen. In feite is dat al in de gulden regel verwoord, die in alle belangrijke spirituele tradities een plek heeft, en waar onze eigen koningin onlangs nog op wees: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’, of in een positievere variant: ‘Behandel een ander zoals je zelf behandeld wilt worden’.

In wezen is hiermee alles gezegd. Het boek van Armstrong is een ontvouwing van dit principe. Ze doet dat met veel sprekende voorbeelden en tegelijk op een realistische manier, zodat het boek nergens zweverig of wereldvreemd wordt. Armstrong heeft een bijzonder vermogen om helder en bondig de lezer/es steeds weer bij de kern te bepalen, zonder in herhaling te vervallen, want telkens wordt het onderwerp weer vanuit een andere hoek belicht.

In het begin van haar boek legt Armstrong uit, dat ons menselijk brein weliswaar gevormd is om te overleven (de vier v’s van voeden, vechten, vluchten en voortplanten) en dat veel van onze spontane impulsen door ons zogenaamde reptielenbrein worden gestuurd, maar dat de menselijke ontwikkeling heeft geleid tot nieuwe hersenfuncties die empathie, altruïsme en compassie mogelijk maken. Mensen zijn niet veroordeeld tot hun impulsen, maar het menselijke is juist dat we het vermogen hebben om, binnen zekere beperkingen, keuzes te maken; “We hebben een natuurlijk vermogen voor zowel compassie als wreedheid. We kunnen de nadruk leggen op die aspecten in onze tradities – religieus of seculier – die spreken van haat, uitsluiting en achterdocht, óf we kunnen de aspecten ontwikkelen die de nadruk leggen op de onderlinge afhankelijkheid en de gelijkheid van alle mensen. De keus is aan ons” (p. 30).

Met Compassie heeft Armstrong een rijk boek geschreven. Op bijna elke bladzijde staan wijze inzichten die aanspreken. Haar toon is nergens moraliserend. Ze geeft er juist blijk van goed te beseffen hoe weerbarstig de dagelijkse werkelijkheid in elkaar zit. Dat geeft haar pleidooi wat mij betreft overtuigingskracht. Ik vond het stimulerende lectuur, waarvan te hopen is dat het zijn weg naar velen vindt.

Boekgegevens:
Karen Armstrong, Compassie, Amsterdam 2011, 239 pag., €19,90, ISBN 9789023459736

Bovenstaande recensie werd geschreven door ds. Bert Altena. Voor meer informatie: http://www.bertaltena.com.

DATUM: 18 JANUARI 2011

Foto: compassie van karen armstrong